Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Daarna zeide Israel tot Jozef: Zie, [37]ik sterf; maar God zal met ulieden wezen, en Hij zal u wederbrengen [38]in het land uwer vaderen. 37. Dat is, ik zal haast sterven; zijnde de tegenwoordige tijd genomen voor den tijd, die haast komen zal en aanstaande is; verg. boven, hfdst.19 vs.13, en hfdst.20 vs.3; Joh.14:2. 38. Dat is, in het land Kanaan.